HYPERACTIVITEIT Leugens over medicatie en verborgen oorzaken Eén kind op acht lijdt vandaag de dag aan een psychische of gedragsstoornis die zijn/haar vermogen om zich sociaal te ontplooien en diens aanwezigheid op school hypothekeert
stemmingsstoornis, eetstoornis, schizofrenie). Volgens een rapport van de Wereldgezondheidsorganisatie vertonen 10 tot 20% van de kinderen een psychische of gedragsstoornis. Een hallucinant cijfer. Onder die stoornissen: hyperactiviteit en ADHD. De “Attention Deficit Hyperactivity Disorder” (of aandachtstekort-hyperkinetische stoornis) / hyperactiviteit wordt omschreven als een combinatie van drie symptomen: aandachtstekort, hyperactiviteit en impulsiviteit. Volgens het nationaal instituut voor de gezondheid en het medisch onderzoek worden 20.000 kinderen op schoolgaande leeftijd in Frankrijk getroffen door ADHD. Volgens INSERM zou dat neerkomen op ongeveer 5% van de bevolking. Dit percentage moet ietwat genuanceerd worden in functie van de middelen die ingezet werden bij de studies. “Je moet het verschil in toepassing van de tools, in de manier van stalen nemen en de grootte van de stalen voor ogen houden. De invloed van de gekozen indeling om een specifiek geval te omschrijven ligt voor de hand. Studies die de DSM (“Diagnostic and Statistic Manual of Mental disorders”, of Handboek voor Diagnose en Statistiek van Psychische aandoeningen) gebruiken, geven een percentage tussen 0,4 en 16,6%, en meestal tussen de 5 en de 10%. Anderzijds geven studies die zich baseren op de omschrijvingen van het hyperkinetisch syndroom in de ISCD (International Statistical Classification of Diseases, of Internationale statistische indeling van ziektes, van de WGO), veel lagere uitkomsten, waarbij de percentages variëren tussen 0,4 en 4,2%, met een gemiddelde van ongeveer 2%.” Wat er ook van zij, de toenemende gedragsstoornissen bij kinderen zijn toch wel zorgwekkend. “Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie zouden psyschische aandoeningen stijgen tot 50% tegen 2020, waardoor deze op internationaal vlak een van de vijf hoofdoorzaken van ziekelijkheid bij kinderen zou worden. Deze toenamewordt beschouwd als de crisis van de XXIste eeuw”, herhaalt het INSERM-rapport. STERK STIJGEND VOORSCHRIJFGEDRAG Deze ontwikkeling is nog verontrustender omdat de oplossing die gezinnen te horen krijgen, heel vaak bestaat in een geneesmiddel als lapmiddel voor de symptomen en niet voor de oorzaken. Terwijl de kinderen eronder lijden, maakt de farmaceutische industrie steeds hogere winsten in die “groeimarkt”. Het voorschrijven van Ritaline nam de laatste jaren immers enorm toe, en dit overal ter wereld. En niet alleen bij kinderen. In een rapport over psychotrope stoffen melden de Verenigde Naties dat het wereldwijd gebruik van methylfenidaat voor medische doeleinden sterk toenam in de jaren 90. De wereldproductie van methylfenidaat ging van 2,8 ton in 1990 naar 15,3 ton in 1997. Cijfers die al vijftien jaar oud zijn… En die ongetwijfeld nog verder gestegen zijn. “Het aantal volwassenen dat behandeld werd voor een hyperactiviteitssyndroom verdubbelde tussen 2000 en 2004, terwijl de uitgaven voor die behandelingen verviervoudigden, meldt een onderzoek dat uitgevoerd werd in de Verenigde Staten door consultancyfirma Medco. De diagnose en de behandeling van de aandachtstekort-hyperkinetische stoornis (ADHD) steeg sneller bij mensen tussen de 20 en de 44 jaar dan bij kinderen (…). Verder zegt Medco dat de aankoop voor ADHD-behandelingen op vier jaar tijd toenam met 325%”, onthult Sciences et Avenir in september 2005 in haar dossier “Psychotropes pour tous”
(Psychotrope stoffen voor iedereen). “Sinds 1997 hadden de laboratoria Novartis er in Frankrijk 28.127 doosjes van verkocht. In 2004 was de totale verkoop verzesvoudigd, vermits Novartis 182.109 doosjes verkocht aan 7.000 Franse kinderen. Vandaag de dag zijn de op medisch voorschrift levende drugsverslaafden met zijn 10.000,” schrijft Sylvie Simon in ‘Votre Santé’ in augustus 2007. Nog volgens de cijfers die Sylvie Simon aanhaalde: in Duitsland steeg de verkoop van methylfenidaat met 400% tussen 1995 en 1999. In Mexico nam de verkoop van de generische Ritalineformule toe met 800% tussen 1993 en 2001. Tien jaar geleden moesten 46.000 Australische kinderen dexamfetamines zoals Ritaline slikken, en dit aantal ligt nu op 246.000. In 2002 hadden Australische artsen 220.000 keer Ritaline voorgeschreven aan kinderen. De “kiddy coke” (drug voor kinderen) Een studie van het Zwitserse Federaal Bureau voor openbare gezondheid (OFSP) toont dat het gebruik van Ritaline de laatste jaren sterk toenam in het kanton Neuchâtel: “De totale jaarlijkse hoeveelheid ging er tussen 1996 en 2000 van 224 gram naar 1,769 kilo, met andere woorden, een toename met 690%. Als we kijken naar het aantal patiënten die dit geneesmiddel tenminste eenmaal voorgeschreven kregen, dan liep dat op van 76 tot 433, wat een stijging met 470% betekent. ADHD komt volgens wetenschappers normaal gezien bij 5% tot 10% van de kinderen op een bepaald ogenblik voor. Met 2,87% bij jongens en 0,7% bij meisjes ligt het aantal met Ritaline behandelde kinderen in het kanton Neuchâtel lager. Toch zijn deze cijfers wellicht zorgwekkend, want ze lopen nog op”, aldus het OFSP, en ze vermelden verder dat dezelfde trend zich voordoet in de andere kantons ook. Het OFSP voegt daar nog aan toe: “Na een onderzoek op Europese schaal bij een aantal specialisten wordt gerapporteerd dat bijna 60% van de behandelde patiënten in de leeftijdscategorie tussen 6 en 12% zit”. Kinderen zijn voor dit product dus doelgroep nummer 1 bij de laboratoria(vandaar de naam “kiddy coke”, of drug voor kinderen). Kinderen staan ook op de eerste rij als het gaat over nevenwerkingen. En daar zijn er veel van! Hartaandoeningen en wiegendood Nu wordt toegegeven dat Ritaline niet mag toegediend worden bij hartaandoeningen, iets wat ook geldt voor Mediator dat al een even triestige reputatie heeft, nog zo’n verborgen amfetamine die al vaak over de tongen is gegaan. Hetzelfde risico geldt voor Zyban, nog een amfetamine, dit keer bij ontwenningskuren voor rokers. Dit zorgt voor ongewenste werkingen die typisch zijn voor dit soort geneesmiddelen (krampen, hoge bloeddruk, hartkloppingen, snelle hartwerking, slapeloosheid, angstaanvallen, zelfmoordpogingen…) en tal van immunologisch-allergische gevolgen. Daarom stelt Santé Canada in een bericht van mei 2006 dat geneesmiddelen om aandachtstekort- hyperkinetische stoornis te behandelen, niet toegediend mogen worden aan kinderen of volwassenen die lijden aan hartaandoeningen, hoge bloeddruk (zelfs matige), aderverkalking, te sterke schildklierwerking of een structurele hartafwijking. Die waarschuwing geldt ook voor mensen die intense activiteiten of oefeningen doen voor hart en bloedvaten. In juni 2009 waarschuwt ook de FDA (Food and Drug Administration): “Er kan een verband zijn tussen het nemen van stimulerende geneesmiddelen bij hyperkinetische stoornissen met aandachtstekort enerzijds en wiegendood bij gezonde kinderen anderzijds, meldt een studie die gepubliceerd werd in het American Journal of Psychiatry”. Wel nuanceert de FDA dit: “Gezien de beperkingen van de studie mogen ouders het toedienen van een stimulerend geneesmiddel aan een kind niet stopzetten op basis van die studie. De FDA raadt de ouders aan, hun bezorgdheid met betrekking tot deze geneesmiddelen te bespreken met hun arts”. Een mooie manier om een ander met het probleem op te zadelen. Ouders van kinderen die overleden aan een hartaanvalbeginnen zich te roeren in de Verenigde Staten, waar Ritaline vaak wordt voorgeschreven, al komt er geen reactie op hun getuigenissen. “Tussen 1990 en 2000 werden er via het programma MedWatch 186 overlijdens ingevolge methylfenidaat spontaan gemeld aan de FDA, wat slechts 10 tot 20% is van de werkelijke incidentie “, verklaart
www.ritalindeath.com. Een geneesmiddel “onder toezicht” Het geneesmiddelenagentschap in Frankrijk herhaalt: “Gezien enerzijds de neuropsychiatrische risico’s en de risico’s voor hersenen en hart en bloedvaten, de mogelijke gevolgen voor de groei en de seksuele ontwikkeling, en anderzijds de gevaren voor misbruik en verkeerd gebruik, stelde het AFSSAPS in 2006 een nationaal toezicht in op farmaceutische producten en verslavingen. “In 2007 begon de Europese Commissie het veiligheidsprofiel van geneesmiddelen die methylfenidaat bevatten, opnieuw te beoordelen. In januari 2009 formuleerde het Europees Agentschap voor geneesmiddelen (EMA) nieuwe aanbevelingen voor de verzorging van behandelde patiënten. Er kwamen aanbevelingen voor de klinische praktijk, en de instructies werden in die zin onderling afgestemd, en ook een overkoepelend Europees plan voor risicobeheer voor alle specialisaties.” Maar risicobeheer betekent niet: uit de markt halen! Voor de overheid is dit eerder een manier om patiënten en media gerust te stellen: de toestand is onder controle, slaapt u rustig op uw pillendoosjes… En toch staan er vele lichten op rood, waardoor gezondheidsinstanties verplicht zouden moeten worden, hun voorschrijfgedrag strikt te beperken tot de ernstigste gevallen (ongeveer 0,1% van de kinderen, volgens de klassieke Europese psychiatrie). Toch laten de gezondheidsautoriteiten de voorschriften hun gang gaan, en beperken ze zich tot het opvolgen van de bijwerkingen, die al tientallen jaren ruimschoots bewezen zijn. Een studie uit 2005 toont zelfs aan dat dit geneesmiddel
chromosomenafwijking, giftig voor de cellen). Depressie, zelfmoordgedachten… In de bijsluiter van Ritaline staat, in het hoofdstuk over zeldzame ongewenste uitwerkingen,
psychosesymptomen, hallucinaties, voorbijgaande depressie, zelfmoordgedachten of –gedrag, agressiviteit of verhoogde agressiviteit, en… hyperactiviteit. Maar de lijst is nog lang. Bij de zogenaamde “veel voorkomende” bijwerkingen staat inderdaad:
bewegingsstoornissen, zenuwachtigheid, slapeloosheid.
o Stelsel van hart en bloedvaten: snelle hartwerking, hartkloppingen, aritmie,
schommelende bloeddruk en hartslag (meestal verhoogd).
o Maag-darmstoornissen: pijn in de onderbuik, braakneiging, overgeven, meestal in
het begin van de behandeling, situatie die je kunt verlichten door tegelijkertijd iets te eten, droge mond.
o Huid: jeuk, netelroos, koorts, haaruitval, huiduitslag
o RSI (repetitive strain injury): gewrichtspijn
Desondanks stelt Frederic Kochman, kinderpsychiater en auteur van “Beter omgaan met…een hyperactief kind”: “Sinds dit product er kwam, is dit de meest bekende behandeling. Wat de bijwerkingen ervan betreft, moet er vooral gelet worden op kleine ongemakken in het dagelijks leven: slaapstoornissen, als je het te laat op de dag inneemt, en een gebrek aan eetlust dat kan leiden tot groeistoornissen. Uiteraard is het de bedoeling, een zo laag mogelijke dosering voor te schrijven en dit voor een zo kort mogelijke periode. Zo kan je bijvoorbeeld stoppen met Ritaline tijdens de schoolvakanties, vermits er geen behoefte meer is aan concentratie.” Dit standpunt deelt Pierre Vican, auteur van “Onze kinderen proefkonijn van de psychiatrie?”, hoegenaamd niet. Hij citeert verschillende Amerikaanse deskundigen: “In zijn boek, dat nog niet gepubliceerd werd in Frankrijk, getiteld “Unraveling the ADD/ADHD fiasco” (Het ADD/ADHD-fiasco onthuld) toont de Amerikaanse huisarts David Stein aan dat de bijwerkingen op het groeihormoon zo regelmatig voorkomen en dermate te voorzien zijn dat je je hierop kunt baseren om te oordelen of het (psychofarmacum) al dan niet inwerkt op het organisme van het kind (…). Zelfs de geslachtsrijpheid van het kind wordt vertraagd. Neuroloog en psychiater Sydney Walker is de auteur van “The Hyperactivity Hoax: How to stop drugging your child and find real medical help” (Het bedrog in verband met hyperactiviteit: hoe stop je met het drogeren van je kind en hoe vind je echte medische hulp?)”. Deze deskundige meent dat “studies tonen weliswaar aan dat dit geneesmiddel (Ritaline) misschien niet kankerverwekkend is. Maar het risico op kanker bij miljoenen kinderen doen toenemen – al was het maar een beetje – is niet iets waar je lichtzinnig mee omgaat.” De auteur vermeldt overigens dat er een recent rapport bestaat waarin staat dat “Ritaline een culumatieve en voortdurende uitwerking kan hebben op de hartspier.” Voor Pierre Vican, die werkt aan een tweede boek dat specifiek gaat over Ritaline (zie het beknopt overzicht op zijn site oxxalis.com), kan het nemen van dit geneesmiddel ernstige gevolgen hebben: “Hart van een cocaïneverslaafde (opzwelling van het hart), woedeuitbarstingen, zelfmoordgedachten en –drang, zelfmoord plegen, zelfverminking, moordlust. Dit zijn, weliswaar zeldzame, concrete gevallen, maar er zijn bewijzen van! Alleen komen ze niet in de media, want dat zou de ouders uiteraard tot nadenken stemmen!” Een toegelaten drug Ritaline behoort tot de amfetamines, de uitwerking ervan sluit aan bij die van cocaïne, en het beantwoordt aan de omschrijving van wat een drug is. Dit in een kindermond leggen is dus niet ongevaarlijk. “In een bericht over verslavingen benadrukte het Franse Nationaal Raadgevend Comité voor de ethiek (CCNE)in de levens- en gezondheidswetenschappen dat “het onderscheid tussen toegelaten drugs en niet- toegelaten drugs wetenschappelijk niet logisch onderbouwd is” (Rapporten over verslavingen, 1995, p.3). Zo is de neurofarmacologische werking van een niet-toegelaten drug zoals cocaïne, en die van een toegelaten drug (medische toepassing), zoals methylfenidaat (Ritaline) zo goed als dezelfde (Volkow et al., 1995)”, aldus een rapport van het ministerie van gezondheid van Québec. “Het regelmatig gebruik van metamfetamine (een sterk verslavend synthetisch psychofarmacum, nvdr) leidt tot zenuwachtigheid, prikkelbaarheid, minder eetlust, net als geheugenstoornissen. Zij die dit nemen, gaan lijden aan slaapstoornissen, krijgen soms achtervolgingswaanzin, en, naast andere psychische stoornissen, hallucinaties. Wat verandert het feit dat amfetamines vandaag door de medische wereld gebruikt worden bij een psychische behandeling aan de giftige farmacologische eigenschappen, en doet het iets af aan de toxische en schadelijke uitwerkingen ervan?”, vraagt Pierre Vican in zijn boek “Nos enfants cobaes de la psychiatrie”? (Onze kinderen proefkonijnen van de psychiatrie?). Afkicken blijkt alleszins een mogelijk pijnlijke inspanning voor zij die kennis maakten met de “weldaden” van Ritaline en andere wettelijke psychotrope amfetamines. “De gebruikelijke dosis methylfenidaat leidt bij kinderen soms tot hallucinaties. Meestal zien en voelen ze insecten, slangen of wormen. Hallucinaties staan al lang bekend als ongewenste uitwerking van methylfenidaat, schrijft het onafhankelijk medisch tijdschrift Prescrire. “Deze ongewenste uitwerking weegt door in het risico-batenevenwicht van dit geneesmiddel als laatste toevlucht voor kinderen die erg veel last hebben van hyperactiviteit met aandachtstekort. Als er hallucinaties optreden, is dit het moment om het belang van de behandeling opnieuw te bekijken. Het is in het belang van de artsen, de ouders te vragen om aandacht voor mogelijk optredende hallucinaties, zodat, indien nodig, snel gestopt kan worden met het toedienen van methylfenidaat. Ontsporend voorschrijfgedrag bij simpelweg turbulente kinderen stelt hen bloot aan buitensporige risico’s.” Ontgoochelende resultaten Te verantwoorden risico’s ten aanzien van de baten? Was dat maar waar! “Verschillende studies tonen aan dat kinderen die Ritaline of aanverwante stoffen nemen, niet beter presteren op school, in tegenstelling tot wat neuropsychiaters beweren, namelijk dat deze producten falen op school helpen te voorkomen en dat kinderen beter sociaal geïntegreerd raken,” schrijft Pierre Vican in “Onze kinderen proefkonijnen van de psychiatrie?”“In werkelijkheid zakken die kinderen, zoals blijkt uit documenten die we hebben doorgenomen, net als de andere voor sommige vakken en verlaten ze de school even dikwijls als zij die deze geneesmiddelen niet nemen. Zo stelde de eindtekst van de consensusconferentie over ADHD, in november 1998 in de Verenigde Staten georganiseerd door het National Institue of Health (NIH – Amerikaans Nationaal Instituut voor de Gezondheid), de grootste instelling voor medisch onderzoek ter wereld, onmiskenbaar vast: “Personen die psychofarmaca toegediend krijgen lijken zich beter te concentreren en in te spannen, waarbij hun impulsiviteit tot een minimum wordt herleid en ze meegaander worden voor een korte beginperiode van ongeveer 7 tot 18 weken, waarna alle effectiviteit verdwijnt. (…) Het zorgwekkende is dat, ondanks een verbetering van de kernsymptomen, er weinig beterschap optreedt in de schoolresultaten of de sociale relaties.” De professoren geneeskunde Philippe Even en Bernard Debré, auteurs van “Guide des 4000 médicaments utiles, inutiles et dangereux” (Gids voor 4000 nuttige, overbodige en gevaarlijke geneesmiddelen), een ophefmakend werk toen het werd uitgebracht in oktober 2012, vragen de onmiddellijke opschorting van 56 geneesmiddelen die verkocht worden in Frankrijk. Ze zijn inefficiënt, overbodig (terwijl er efficiënter of minder risicovolle behandelingen bestaan), ja zelfs gevaarlijk. Staan ook op deze zwarte lijst “weghalen in het belang van de zieken, zonder te kijken naar de industriële impact of chantage naar het gebruik toe”: Ritaline (Novartis) en Concentra (Janssen-Cilag)! Een raderwerk dat dodelijk zou kunnen zijn “De diagnose van hyperactiviteit is vandaag de eerste stap in een raderwerk: eerst het opleggen van Ritaline en de rist bijwerkingen ervan, zonder de ouders verdere uitleg te geven. De remedie is van korte duur. Zoals elke stof in de familie van de amfetamines ruimen de positieve uitwerkingen tijdens acht tot twaalf weken (hernieuwde aandacht of ijver) plaats voor de opnieuw opduikende symptomen. Er komt gewenning. En dan, als blijkt dat de behandeling inefficiënt is, volgt stap twee: het kind moet antidepressiva nemen. Langzaamaan wordt het onmogelijk, de oorzaak van de hyperactiviteit bij het kind te achterhalen, vermits de stofwisseling grondig veranderd is. Zo verlies je alle kansen om het probleem op te lossen”, legt Pierre Vican uit aan Néosanté. Hier volgt een passage uit zijn boek om zijn uitspraken over de gevaren van geneesmiddelengebruik bij hyperactiviteit te onderbouwen: “Dr. Fred Baughman, Californisch neuroloog en kinderarts, lid van de Amerikaanse Academie voor Neurologie, behoort, net als professor Szasz en dokter Breggin, tot de grootste internationale onafhankelijke deskundigen op het vlak van psychische stoornissen bij kinderen en jongeren. Het bijzonder aangrijpend getuigenis dat hij in november 2001 gaf in de Parlementaire vergadering van de Raad van Europa staat opgetekend in een document getiteld ‘Diagnose- en behandelingsproces bij ADHD en aanverwante stoornissen, en het behandelen ervan met farmaca: “De kinderen waarover ik het met u ga hebben, zijn niet meer hyperactief, en het is ook gedaan met niet opletten, ze zijn dood. Tussen 1994 en 2001 werd ik bij een aantal overlijdens formeel of informeel geraadpleegd op medisch of wettelijk vlak: Stephanie, 11 jaar, die een farmacum voorgeschreven kreeg, overleed aan hartaritmie; Matthew, 14 jaar, die een farmacum voorgeschreven kreeg, overleed aan cardiomyopathie; Macauley, 7 jaar, die een farmacum en drie andere psychotrope middelen voorgeschreven kreeg, overleed aan een hartstilstand; Travis, 13 jaar, die een farmacum voorgeschreven kreeg, overleed aan cardiomyopathie; Randy, 9 jaar, die een farmacum en verschillende andere drugs voorgeschreven kreeg, overleed aan een hartstilstand; Cameron, 12 jaar, die een farmacum voorgeschreven kreeg, overleed aan een hypereosynofiel syndroom. Dit is een zware prijs voor de “behandeling” van een “onbestaande ziekte”. Zwijgplicht over voedingsfactoren Volgens de voorstanders van de officiële theorie in verband met de oorzaken van hyperactiviteit is dit te wijten aan tegenslag: je erft die ziekte… “Bij de overgrote meerderheid van de getroffen personen is ADHD van neurologische oorsprong die erfelijk kan zijn en van omgevingsfactoren kan afhangen. Deskundigen zijn formeel hierover: ADHD wordt niet veroorzaakt door niet-vervulde affectieve behoeften of door psychosociale problemen, hoewel het in de hand kan gewerkt worden door dergelijke factoren” (uitleg die ook op de site Passeportsante.net staat). Eens ziek, altijd ziek? Een standpunt dat weinig ruimte laat voor hoop op genezing… Toch wordt die mening fel gecontesteerd door heel wat psychiaters en kinderpsychiaters die niet behoren tot de erg theoretische stroming van de biologische psychiatrie, en die menen dat dit in werkelijkheid geen ziekte is (lees daarover ons interview van Joël in ons vorig nummer). Toch zijn psychiaters niet de enigen die vragen hebben bij het feit dat hyperactiviteit als een ziekte wordt beschouwd. Voedingsdeskundigen en hulporganisaties voor kinderen spreken over echte verbetering bij patiënten die een dieet zonder additieven of overgevoeligheidsverwekkende stoffen (zoals melk, gluten, naast andere allergenen) volgen. Chronische intoxicatie Voor hen is hyperactiviteit geen toevallige neurologische stoornis, maar een teken van intoxicatie met tal van chemische stoffen die op ons bord terechtkomen: blikjes, zoetigheden en andere producten uit de superette. Met andere woorden: de oplossing voor de gezinsproblemen zit hem in de caddy! Het positieve hieraan is dat de verbetering in de toestand van je kind binnen handbereik ligt. Het negatieve eraan is, dat de ouders voor hun verantwoordelijkheid moeten geplaatst worden ten aanzien van het eetgedrag in het gezin. “Over depressie, black-outs, angsten, paranoia, obsessies, buien van razernij, pleinvrees, gewelddaden, en hyperactiviteit horen we de laatste 25 jaar steeds meer praten. Maar de link wordt niet genoeg gelegd met industriële voeding, die vol zit met voedingsadditieven en fosfaten die de goede werking van ons brein en dat van onze kinderen aantasten!”, verzekert ons Corinne Gouget, speerpunt in de strijd tegen voedingsadditieven in Frankrijk. Van haar beststeller ‘Additifs alimentaires Danger’ (Voedingsadditieven Gevaar) werden sinds 2006 al 163.000 exemplarenverkocht. “De voedingsmiddelen waarover het gaat, zijn talrijk: snoepjes, ‘suikervrije’ snoepwaren, schotels in blik, frisdranken, limonades, fruitsappen, siroop, chips en aperitiefkoekjes, bouillonblokjes, soepen en sauzen in zakjes, vinaigrettes, babyvoeding, kunstmatige zoetstoffen, melkhoudende gearomatiseerde nagerechten, fruit en groenten in blik, enz. Meer dan dertig jaar is al geweten dat de voeding een grote weerslag heeft op het gedrag, maar er wordt liever aan struisvogelpolitiek gedaan. Uiteraard denk ik, als ze me aanspreken over hyperactiviteit, onmiddellijk aan voedingsadditieven en de onderlinge inwerking ervan op elkaar, waardoor ze nog schadelijker worden! De twee meest toxische additieven zijn aspartaam (E950) en glutamaat (E621). Ze zitten werkelijk overal in. Je kunt er gewoonweg niet aan ontkomen als je je inkopen doet in de supermarkt”. Excitotoxines, de smaak die je gek maakt “Aspartaam en glutamaat, die behoren tot de familie van de excitotoxines, kunnen hersenneuronen prikkelen tot ze langzaamaan ontploffen, wat het zenuwstelsel kapotmaakt en heel wat organen kunnen aangetast worden. Miljoenen slachtoffers laten zich, soms jarenlang, verzorgen voor min of meer ernstige ziekten zonder te weten dat de consumptie van producten met aspartaam en glutamaat aan de basis ligt van hun gezondheidsproblemen”, legt Corinne Gouget uit, waardoor ze de link legt met de neurologische schade bij hyperactieven. “Uitwerkingen die bewezen werden bij kinderen (en volwassenen ook) zijn onder andere: snelle hartwerking, pijn in de onderbuik, gebrek aan agressiviteitsaanvallen, aandachtstoornis, hyperactiviteit, rusteloze benen, obsessies, verminderd zicht, geestelijke achterstand, aangeboren problemen… Helaas is de lijst lang.” Voegen we daar nog een Ritalinebehandeling aan toe, dan vergroten alleen maar de risico’s op een cerebrovasculair accident en op ongewenste uitwerking van het geneesmiddel. “Onlangs, toen ik op de site van de vereniging ‘HyperSupers TDAH-France’ (tdah-france.fr) zat, zag ik vol ontstelling dat de tiende verjaardag van die vereniging gevierd werd met een reuzetaart bestaande uit snoepjes en dat de kinderen zich te goed deden aan suiker en kleurstoffen, vertelt Corinne Gouet aan Neosanté. Dat schokte me zodanig dat ik de telefoon pakte. Toch riep het thema voeding geen vragen op bij de verantwoordelijke die ik aan de lijn kreeg. Nochtans heeft ze twee grote kinderen die al jaren aan de geneesmiddelen zitten. “Deze taart kreeg ik van een merkwaardige arts. Je kunt niet alles verbieden”, antwoordde ze. Het is verbijsterend dat er nog zoveel onwetendheid is bij “specialisten” in Frankrijk”. (bekijk de foto van de “verbijsterende” taart, met de woorden van Corine Gouet, bedoeld voor hyperactieve kinderen: http://tdah-france.fr/-AG-2012- html) Voedingsexperimenten die rustig maken In Engeland vecht Sally Bunday om de giftigheid van additieven te doen erkennen, en ze richtte een vereniging op (The Hyperactive Children’s Support Group) om hyperactieve kinderen te helpen. Door hun voedingspatroon te veranderen ging meer dan 80% van hen zich weer, wat men noemt, normaal gedragen (www.hacsg.org.uk). Eenzelfde initiatief in Zwitserland, met “detox”-diëtiste Elke Arod aan de bron van de site hyperactif.net en de vereniging Stelior, die eveneens veel succes kent. De pionier in verband met deze kwestie is Benjamin Feingold, die in 1975 een groot werk publiceerde: ‘Pourquoi votre enfant est-il hyperactif?’ (Waarom is uw kind hyperactief?), waarin hij ADHD linkte aan voedingsintoxicatie. Voor elke behandeling bedacht Dr. Feingold een voedingsdieet zonder salicylaten, die in sommige groenten zitten, en vooral zonder voedingsaditieven (bewaarmiddelen of stabilisatoren, kleurstoffen, zoetstoffen, enz.). Zijn website (feingold.org) is vandaag een hulpbron voor ouders van hyperactieve, agressieve, allergische, astmatische, borderline of autistische kinderen. In de Verenigde Staten werd vanaf 1997 vijf jaar geëxperimenteerd met een programma voor gezonde voeding in een college dat zogenaamd ‘moeilijk’ lag. In het college van Appeltown in de staat Wisconsin werden alle collegeleerlingen ertoe gebracht, hun voeding te veranderen. Hun gedrag onderging een dergelijke gedaanteverandering dat dit college de bijnaam “het mirakelcollege” kreeg! Overmatig gebruik van suiker en tekort aan vitamine B “Suiker – en veel meer nog geraffineerde suiker dan natuurlijke bruine suiker – slorpt de B- vitamines in ons organisme op tijdens de vertering. Welnu, ons zenuwstelsel heeft vitamines uit de B-groep nodig om te blijven werken, licht Françoise Ludivine Marc, homeopaat uit Montreal, toe op haar blog. Een kind dat constant fruitsap drinkt (zelfs natuurlijk fruitsap, want in fruit zit veel suiker) en zoete likeur, krijgt al teveel suiker binnen. Voegen we daar nog dranken met de opwekkende colanoot bij, dan hebben we al gauw duidelijke oorzaken voor hyperactiviteit”. Een redenering die eenvoudigweg tot het gezond boerenverstand spreekt. Chemische afstomping Dr. Russel Blaylock, auteur van ‘Excitotoxines, le goût qui tue’ (Excitotoxines, de dodelijke smaak) en groot specialist op het gebied van aspartaam en glutamaat, wijst op nog een andere perverse uitwerking van toxische voeding: Ingevolge deze toxische additieven, waarvan de uitwerkingen op het brein bekend staan, stellen we in de huidige maatschappij niet alleen een stijgend aantal mensen met een laag IQ vast, maar ook een dalend aantal mensen met een hoog IQ. We beleven een echte chemische afstomping van de maatschappij. Er zijn enerzijds mensen die volledig afhankelijk zijn, en anderzijds een massa mensen die alles doen wat hen gezegd wordt te doen, omdat ze niet in staat zijn, te denken zoals het hoort.”
Schijnwerper op alternatieve behandelingen In plaats van kinderen in een chemische dwangbuis te steken met Ritaline (“de pil van de gehoorzaamheid”…), zou de voorkeur best uitgaan naar natuurlijke behandelingen, zeker voor gevallen van gematigde ADHD, voor kinderen onder de zes jaar of voor zij die met specifieke mineralentekorten zitten (sowieso nakijken!). De website passeportsante.net somt de mogelijk nuttige voedingselementen op die patiënten verlichting kunnen brengen: magnesium, zink, ijzer, vooral omega 3, op basis van wetenschappelijke studies. Magnesium, een belangrijk regulator van de zenuwcel, is wellicht HET minerale zout dat nauwlettend in het oog moet gehouden worden… Hoewel de uitwerkingen op ADHD nog weinig bestudeerd werden, zijn we Dr. Marianne Mousain-Bosc (hospitaal te Nimes, Gard) de eer verschuldigd dat ze hier bekendheid aan gaf in het kader van de behandeling van ADHD. De symptomen kunnen daarmee immers beduidend verzacht worden. “Magnesium is slechts een van de factoren om weer gezond te worden. Zo lijkt het mij, dat je bij hyperactiviteit bij kinderen, naast het toepassen van homeopathie, osteopathie en het geven van omega 3, ook met de psyche van het kind moet werken aan de hand van verschillende psychotherapeutische methoden: gedrags- en cognitieve therapie, sofrologie of verschillende methoden in verband met ademhaling, concentratie, ontspanning, hartcoherentie, enz. Je moet ook werken met de omgeving van het kind en eerst het gezinspatroon; vandaar het belang van systemische therapieën, verklaart van zijn kant Alain Gourhant, “integratief psychotherapeut”. Hyperactieve kinderen in een hyperactieve maatschappij “Om de oorzaken van deze nieuwe ziekte te achterhalen, moeten we niet ver zoeken. Dat oorzakelijk verband is een kwestie van gezond boerenverstand, en je kunt dit als volgt samenvatten: “hyperactieve kinderen in een hyperactieve maatschappij”, wat heel goed wordt onderschreven vanuit de neurowetenschap: “spiegelneuronen”, zegt Alain Gourhant verder. “We moeten kijken naar bepaalde neuronen in een beperkt hersengebied, die eerst werden geobserveerd bij grote apen, en vervolgens bij de mens, en die geactiveerd kunnen worden bij bepaalde gedragspatronen van een soortgenoot. Wat opvalt, is dat dezelfde neuronengebieden geactiveerd worden bij zowel de persoon die iets doet als de waarnemer. Dit leidde tot de slotsom dat grote zoogdieren en vooral de mens in staat zijn, dingen na te bootsen, meer bepaald om gedragspatronen te leren. Kinderen doen soortgenoten die ze tegenkomen in hun omgeving na; een omgeving van echte en virtuele hyperactieven levert nabootsende, hyperactieve kinderen op.” Kortom, hyperactiviteit is een echte maatschappelijke uitdaging: die maatschappij dient zichzelf eens aan te kijken in de spiegel, in plaats van meer en meer kinderen in een chemische dwangbuis te steken. Nog een stapje verder “La médicalisation des troubles psychiques de l’enfance” (= Medische zorg voor psychische stoornissen bij kinderen) : tik deze tekst in op Google, en je krijgt een grote passage van het boek, geschreven door Pierre Vican, te lezen.
Management of Persistent Ductus Arteriosus (PDA) Background PDA is a common complication of prematurity, affecting 60% of babies under 28 weeks’ gestation. It is associated (not necessarily causally) with neonatal morbidities including IVH, NEC and CLD. Antenatal steroids and restricted fluid intake in the early neonatal period are associated with a reduced risk of PDA. It is generally
Raynaud’s Syndrome Original Research Effect of Ceramic-Impregnated “Thermoflow” Gloves on Patients with Raynaud’s Syndrome: Randomized, Placebo-Controlled Study Gordon D. Ko, MD, and David Berbrayer, MD Abstract are classically described triphasic with initial pal- OBJECTIVE: To determine the efficacy of lor (white), followed by a cyanotic phase (blue), ceramic imp